Naar aanleiding van Wereldwaterdag op maandag 22 maart lanceren Inagro, ILVO, VITO en Vlakwa de online viewer WaterRadar (www.waterradar.be). Daarmee kunnen land- en tuinbouwers eenvoudig op zoek gaan naar geschikte alternatieve waterbronnen in de buurt van hun percelen.
Concreet ligt de focus op zowel gezuiverd huishoudelijk afvalwater van Aquafin-installaties als op gezuiverd afvalwater van voedingsverwerkende bedrijven. Daarnaast kunnen geïnteresseerde bedrijven en lokale overheden via deze tool inzicht krijgen in de theoretische irrigatiebehoefte op regionale schaal.
Actieve en niet-actieve waterbronnen
Door een locatie of adres in te geven in de zoekfunctie kunnen telers eenvoudig nagaan welke alternatieve waterbronnen er in de buurt beschikbaar zijn. De viewer toont onder meer het adres en de contactgegevens van de wateraanbieder, evenals de gemiddeld beschikbare daghoeveelheid (uitgedrukt in m3) en de chlorideconcentratie van het aangeboden water.
Om gezuiverd afvalwater voor landbouwtoepassingen te mogen aanbieden, moeten zowel zuiveringsinstallaties van Aquafin als voedingsverwerkende bedrijven beschikken over een grondstofverklaring.
De groene bedrijven in de WaterRadar zijn locaties die beschikken over zo'n grondstofverklaring. Ze zijn dus wettelijk in orde om water aan te bieden. Rode bedrijven bieden daarentegen vandaag nog geen water aan. Maar wat nu nog niet kan, kan morgen misschien wel.
Theoretische irrigatiebehoefte gevisualiseerd voor 2020
De WaterRadar visualiseert naast het wateraanbod ook de theoretische irrigatiebehoefte op regionale schaal. Daarvoor brachten de projectpartners de aanwezige teelten op de percelen over heel Vlaanderen in kaart voor 2020.
Per gewas(groep) maakten ze vervolgens een ruwe inschatting van de extra irrigatiebehoefte voor het volledige groeiseizoen, bovenop de natuurlijke neerslag.
Ze gingen daarbij uit van een normaal weerpatroon (en dus niet de extremen van de voorbije drie jaren). De kaart maakt in één oogopslag duidelijk in welke regio’s de potentiële watervraag het hoogst is.
Vooraleer dat model betrouwbare irrigatie-adviezen kan geven, moet het gekalibreerd worden voor de situatie in Vlaanderen. Betrouwbare gegevens over de vochttoestand en de gewasconditie op diverse praktijkpercelen zijn daarbij cruciaal.
Na twee jaar irrigatieproeven blijken de geleidbaarheid (EC-waarde) en het zoutgehalte (natrium en chloride) van het water de belangrijke aandachtspunten te zijn, zowel om het effect op de bodemkwaliteit als om de impact op het gewas te minimaliseren.